Verbinding? Hoe dan? Twee maanden geleden leefden we nog in de hoop dat de lockdown opgeheven zou worden. Inmiddels zitten we in mei en wordt de lockdown langzaam een beetje losgelaten. De terrassen mogen weer open en de avondklok vervalt. Ondertussen hebben we wel het jaar vol gemaakt. Twee keer Pasen gevierd zonder de hele familie erbij. Twee keer een verjaardag gevierd die niet in normale hoedanigheid kon doorgaan (voor de rammen en stieren onder ons).
We zijn massaal ‘Lockdown moe’ of ‘Corona moe’. De maatschappelijke druk om te versoepelen is groot. Dat is niet zo vreemd als je weet dat verbinding één van de universele drijfveren van de mens is. Hoe blijf je in deze omstandigheden in verbinding met je dierbaren?
Waarom hebben we die verbinding nodig?
Laten we eerst eens kijken waarom we het eigenlijk nodig hebben om connectie te zoeken met anderen. Daarvoor moeten we even terug de oertijd in. Als holbewoner kon je als eenling bijna niet overleven. Je had elkaar nodig om in leven te blijven. Om de gevaren te trotseren en samen onder barre omstandigheden de handen ineen te slaan.
Dat zie je ook bij diverse kuddedieren als antilopen, kariboe of stokstaartjes bijvoorbeeld. Juist door samen te zijn is de kans op overleving het grootst. Als kwetsbaar prooidier kun je er samen voor zorgen dat een aantal de omgeving in de gaten houdt om tijdig vijanden te signaleren. Ondertussen kan de rest van de kudde rustig eten of rusten. Dient gevaar zich aan, dan kun je het samen tegemoet treden.
Als jij als mens oog in oog komt te staan met een hongerige leeuw, dan is de kans dat je dit overleeft minimaal. Met een groep daarentegen, kun je veel gemakkelijker de leeuw wegjagen of zelfs verslaan. Je hebt elkaar nodig om te overleven.
Onze drie breinsystemen...
Fijn dat we kunnen verklaren waarom we verbinding zoeken en elkaar nodig hebben. Maar hoe werkt dat dan eigenlijk? Ons brein heeft zich evolutionair zo ontwikkeld dat de kans op overleving maximaal is. Dat betekent dat jouw brein dus ook zo is ingericht dat het de connectie met anderen zoekt. We hebben immers zojuist gezien dat we die nodig hadden om te overleven.
Dat wordt allemaal geregeld in ons zoogdierenbrein. ‘Zoogdierenbrein’ zul je misschien denken? Hoe zit dat dan? Ons brein bestaat eigenlijk uit drie systemen die op verschillende momenten in de evolutie zijn ontstaan (Valk 2015).
Ons oude brein
Allereerst is er het reptielenbrein. Dit oudste deel van het brein herbergt ons overlevings- en voortplantingsinstinct. Als er gevaar dreigt, zorgt dit deel van ons brein ervoor dat we direct reageren en wegvluchten, de confrontatie aangaan of ter plekke bevriezen. Deze instinctieve reactie vereist geen denkvermogen en zorgt voor geen enkele emotie. Die kan overigens na zo’n situatie wel komen, maar niet vanuit dit deel van het brein.
Gevoel en emoties huizen in het limbische systeem, ook wel het zoogdierenbrein genoemd. Als het gaat over de behoefte aan verbinding dan kunnen we deze hier vinden. Door je te kunnen verbinden met de ander en voor elkaar te zorgen, is de kans op overleving van veel zoogdieren het grootst. Zou je alleen het reptielenbrein hebben, waar geen enkel gevoel en dus ook geen compassie of empathie huist, dan is er geen enkele prikkel om voor elkaar te zorgen en het voor elkaar op te nemen. De enige prikkel voor samenzijn in dit stuk van het brein is voor de zorg voor voortplanting.
Dat zoogdieren dit emotiecentrum ook hebben, net als wij, kun je duidelijk zien aan de band die wij als mensen met dieren kunnen hebben. Met paarden of honden bijvoorbeeld. Als je elkaar beter leert kennen, kun je de emoties van het dier aan het gedrag en de houding steeds beter aflezen en zij kunnen dat bij ons ook.
Kijk maar eens in de ogen van een slang. Deze zijn koud en gevoelloos. Je zult hier niets kunnen aflezen. Terwijl je in de ogen van een hond de verbinding kunt voelen met jou en vaak aan de ogen en de houding al precies kunt zien wat ze hebben uitgevreten.
En het nieuwe brein
Om het compleet te maken: mensen hebben ook nog een derde breinsysteem. Dit is de neocortex. Dat is het in elkaar gevouwen buitenste deel van onze hersenen. Dit menselijke brein beslaat het grootste deel van ons hersenen en is tegelijkertijd het jongste deel. Hiermee kunnen we denken, analyseren, organiseren en plannen bijvoorbeeld. Voor het onderwerp van deze blog: verbinding, is dit deel van het brein echter niet eens relevant.
Wat gebeurt er in ons brein als we ons met elkaar verbinden?
Op zich klinkt het allemaal heel logisch: je hebt elkaar nodig om te overleven, dus is je systeem zo ontwikkeld dat het ervoor zorgt dat je elkaar gaat opzoeken. Voilà, de behoefte aan verbinding is verklaard. Maar hoe zorgt ons brein ervoor dat we dit opzoeken? Wat gebeurt er dan in ons brein?
Om daar antwoord op te krijgen dalen we even nog iets verder af ons breinsysteem in. Laten we dat doen aan de hand van een concreet voorbeeld. Veel mensen missen het feit dat ze elkaar niet meer lijfelijk mogen aanraken. De knuffel die voorheen zo gewoon was, is nu bijna taboe geworden. Waarom missen we dit?
Wanneer we elkaar knuffelen, wordt in ons lijf het hormoon oxytocine vrijgegeven. Dit wordt niet voor niets het ‘knuffelhormoon’ genoemd. De afgifte van oxytocine maakt dat we ons heel prettig voelen. Zo zorgt ons brein er dus voor dat we het aangaan van verbindingen met anderen graag doen. Wie voelt zich niet graag prettig!
"When a man's hand touches the hand of a woman, they both touch the heart of eternity"
Kahlil Gibran
Onderzoek heeft uitgewezen dat je een ware oxytocine bom krijgt als je 20 seconden knuffelt. En acht knuffels per dag blijkt al te zorgen dat je je gelukkiger voelt. Nu is alleen ook gebleken dat de gemiddelde knuffel maar 3 seconden duurt. En op dit moment is die mogelijkheid helemaal verdwenen. Hoe komen we dan aan onze oxytocine?
Knuffel je hond!
Gelukkig zijn er andere manieren om te zorgen dat oxytocine vrij komt buiten knuffelen zonder dat je fysiek contact hoeft te maken met anderen. Bidden, dansen en het gebruik van social media bijvoorbeeld. Maar ook het aaien van een hond. En gelukkig mag dat wel. Dus geef je hond lekker wat extra aandacht in deze tijd! Daar worden jullie allebei blij van. Heb je geen hond? Uiteraard werkt hetzelfde contact met andere dieren ook en anders heb je vast iemand in de buurt die een hond heeft. Kun je meteen contact leggen met de buren, helaas dat dan wel op 1,5 meter afstand.
Bij dansen denken we al snel aan de dansen die je samen met een partner doet. Maar er zijn genoeg mogelijkheden om alleen te dansen. Biodanza, line dancing en de Ierse riverdance zijn hier maar een paar voorbeelden van. En wat let je om thuis de muziek lekker hard te zetten en met je kinderen vrij te dansen!
Zo zie je dat er ook in deze tijd nog voldoende mogelijkheden zijn om de productie van oxytocine te stimuleren.
Zoek verbinding op in de creativiteit
Oxytocine stimuleert sociaal gedrag en vergroot het empathisch vermogen. Met andere woorden: het zorgt ervoor dat mensen zich met elkaar verbinding. Iets waar iedereen behoefte aan heeft zoals we hiervoor al hebben kunnen zien.
Je weet nu ook hoe je kunt zorgen dat jouw oxytocine productie wordt gestimuleerd. Ga dansen, bidden, honden aaien. En gelukkig kunnen we onze huisgenoten nog gewoon knuffelen. Maar helaas zitten we ook nog steeds in een situatie dat je de mensen buiten je directe inner circle op 1,5 meter afstand dient te houden. Hoe ga je hier de verbinding aan? Dat vraagt om creatieve oplossingen.
Drie creatieve tips voor verbinding op een andere manier
- Zorg dat jouw oxytocine productie op gang komt door één van de activiteiten die hiervoor genoemd zijn: dansen, bidden, dieren aaien. Op het moment dat je de glimlach en dat fijne gevoel van verbinding voelt, ga dan in die state of mind een leuke kaart of brief schrijven naar de mensen die je nu niet kunt knuffelen. Je zult merken dat de woorden van genegenheid en verbinding veel gemakkelijker komen als jouw brein al in de staat van verbinding is.
- Bedenk een speciale ‘corona knuffel’ die je op 1,5 meter afstand kunt doen. Het ziet er vast komisch uit en werkt op je lachspieren en brengt daarmee een heerlijke lichtheid in de situatie. Het lijkt op een vreemde dans en je zult merken dat het uiteindelijk toch werkt. Kijk hier naar de knuffel die mijn dochter en ik hebben bedacht en wat bij ons altijd weer op de lachspieren werkt.
- Ga je bij je opa of oma lang. Kies dan samen een stukje van het raam dat jullie knuffel stukje wordt waar je allebei je knuffels op de ramen tekent. De plek waar je allebei je handen tekent die elkaar raken bijvoorbeeld. Een kus op het raam met lippenstift. En ga lekker samen gekke bekken trekken. Het liefst zo gek mogelijk, zodat de lachspieren goed aan het werk worden gezet.
Wie weet heb jij ondertussen nog andere manieren bedacht om de verbinding op te zoeken binnen alle beperkingen die nu gelden. Ik ben benieuwd. Deel je ze hieronder?
Verwijzingen
Valk, G. d. (2015). Neuroleiderschap. Van macht naar kracht. Amsterdam: Futuro Uitgevers.
Ook interessant om te lezen:
– Gun je brein een complimentje met deze 6 tips
– Waarom aandacht bij strafwerk precies verkeerd werkt
– Corona lessen: heb jij ze al opgepikt?